In deze oefening ga je het bijvoeglijk naamwoord schrijven. Lees eerst de uitleg van de spelling van het bijvoeglijk naamwoord of oefen eerst met het herkennen van bijvoeglijk naamwoorden.
Vul de bijvoeglijk naamwoorden in.
1: de (lief) jongen
2: het (mooi) meisje
3: het (groot) horloge
4: de (zwart) kat
5: de (dik) kater
6: de (lekker) taart
7: de (nieuw) computer
8: het (rood) bord
9: de (snel) auto
10: het (leeg) blad