Deze opdracht gaat over de gebiedende wijs.
Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
1: (Komen) hier!
2: (Wassen) je handen!
3: (Luisteren) naar je moeder!
4: (Worden) wakker!
5: (Helpen) !
6: (Kopen) nu!
7: (Verwennen) jezelf!
8: (Bekijken) het maar!
9: (Gaan) liggen!
10: (Sluiten) je mond!