Een voltooid deelwoord is een onderdeel van de werkwoordspelling, het is een vervoeging van het werkwoord. De Latijnse naam voor voltooid deelwoord is participium perfecti en een veelgebruikte afkorting is vd. Een voltooid deelwoord begint meestal met ge-, maar ook vaak met be-, ver- of ont-.
Een voltooid deelwoord eindigt op:
Een zin met een voltooid deelwoord wordt meestal gemaakt met het hulpwerkwoord van hebben, zijn of worden.
Een regelmatig werkwoord wordt ook een zwak werkwoord of een klankvast werkwoord genoemd. Een regelmatig werkwoord eindigt op een -d of een -t. Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd) of je gebruikt de regels van 't kofschip.
Meestal weet je of de verleden tijd van een regelmatig werkwoord met -de(n) of -te(n) wordt geschreven en dan weet je dus ook of het voltooid deelwoord op -d of -t eindigt. Uiteraard kun je ook 't kofschip (x) gebruiken om te weten hoe je het voltooid deelwoord schrijft. Andere woorden voor 't kofschip zijn: sexy fokschaap of fokschaapshit.
werkwoord: fietsen
werkwoord: rennen
Hier kun je regelmatige voltooid deelwoorden oefenen.
Veel werkwoorden zijn onregelmatig, een ander woord voor een onregelmatig werkwoord is een sterk werkwoord of een klankveranderend werkwoord. De onregelmatige voltooid deelwoorden moet je uit je hoofd leren, lees hier de algemene uitleg over onregelmatige werkwoorden.
Maak de opdrachten over het voltooid deelwoord van een onregelmatig werkwoord.